Misschien herken je het wel je speelt een spel met je zoon of dochter en laat je ze dan winnen of verliezen. Wat is beter winnen of verliezen? Wat leren ze waarvan als het gaat om winnen of verliezen tijdens spelen of sporten. En dan heb ik het niet over wedstrijd, competitie of strijden.
Wedstrijd en Competitie.
Laat ik eens beginnen met waar het niet over gaat. Deze blog gaat niet over een wedstrijd of onderlinge competitie. Ik ben een voorstander, of het nu om je kind gaat of om jou als ouder, om alleen tegen jezelf te ‘strijden’. Kijk hoe het de vorige keer ging en hoe het deze keer gaat, wat ging goed, wat kan beter en als allerbelangrijkste wat heb je geleerd. Jezelf met andere vergelijken heeft geen enkele zin, tenminste als je van jezelf houdt, het is namelijk geen eerlijke vergelijking. Je hebt geen invloed op de ander waarom zou je jezelf er dan mee vergelijken. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat je niet van de ander kunt leren, alleen is het dan geen wedstrijd meer.
Voor meer informatie over onderlinge ruzie, competitie en strijd lees mijn andere blog.
Waar leert je kind het meeste van, van winnen of verliezen.
Weet dat het helemaal niet om jou gaat als ouder maar dat je je kind centraal zet. Dat je onderzoekt en weet wat het belangrijkste is voor zijn of haar ontwikkeling. Zodra je dat weet dan is het handig om te bepalen voor welke strategie je gaat voor winnen of verliezen. Weet dat je kind niet gek is, vanaf ongeveer 2 a 3 jaar hebben ze prima door of jij ze laat winnen of niet. De vraag die je jezelf dan kunt stellen wie houdt wie voor de gek. Het gaat namelijk om het spel wat je speelt, om de tijd die je samen doorbrengt en om het leereffect. Je wordt namelijk alleen beter als je wordt uitgedaagd, niet om te winnen maar om een betere strategie te bedenken of bekwamer te worden. Je hoeft je kind dus niet ‘af te drogen’ tijdens een kaartspelletje of een potje voetbal. Dan ontneem je je kind de kans om te leren omdat ze de volgende keer niet meer mee doen.
Hoe zorg je ervoor dat je kind het spel willen blijven spelen zonder dat ze winnen.
Weet dat er een dag komt dat je kind echt van je wint, die dag moet er een feestje gevierd worden en niet alleen voor het kind, maar vooral voor jou als ouder, waarom? Jij hebt het namelijk super gedaan. Continue was jij net iets beter dan je zoon of dochter, elke keer zien ze dat ze dichter en dichter bijkomen, bij het punt dat ze wel winnen van je. Je hebt ze geleerd om beter en beter te worden. Je laat ze zien, horen of ervaren wat jij doet, welke keuzes jij maakt, welke strategie jij volgt. Jij zegt voor en zij mogen ‘afkijken’ waardoor ze meer en meer mogelijkheden krijgen om ook te winnen. Hierdoor zijn ze tijdens het spelen continue aan het leren.
Nu Praktisch. Ik speel graag kaartspelletjes mijn dochter, het spel pesten. Het lijkt een simpel spelletje en dat is het ook. We zijn begonnen met de kaarten open op tafel. Ze mag mijn kaarten zien, ik kijk niet naar haar kaarten. Ze ziet dus wat ik weggooi op reactie van haar kaarten. Ik laat haar zien hoe je vooruit kunt denken, welke kaarten zijn er al gegooid en wat is dan een slimme strategie, wanneer wissel je van kleur en wanneer niet. Uiteindelijk spel je het spel zoals je het ook met andere mensen zou spelen. Het is dan mooi om te zien dat ze op vijfjarige leeftijd regelmatig wint van mij, niet omdat ik haar laat winnen. Maar omdat ik haar zulke goede strategieën heb geleerd dat ze mij verslaat met mijn eigen strategieën. En er komt een dag dat ik haar strategieën nodig heb om te winnen.
Wat leren kinderen tijdens het spelen van een spel.
Zelfvertrouwen leren ze niet door te winnen, zelfvertrouwen komt doordat ze leren tijdens het spelen. Het zorgt voor hoop en het geloof in jezelf, ze merken dat ze beter en beter worden en dat ze dichter bij de keren komen dat wel winnen. Je vertelt ze dus duidelijk wat ze goed deden, je vertelt ze wat ze beter hadden kunnen doen. En ja daar komt weleens frustratie bij kijken. Wat meteen weer een mooie kans biedt om je kind te helpen. Hoe ga je om met die frustratie wat voor tactiek kiest je kind? Vechten, Vluchten of bevriezen. Je zou misschien denken dat de ene strategie beter is dan de andere strategie. Weet dat ze allemaal goed zijn en dat het vooral gaat om wat je wanneer kiest. Het helpt daarbij als je kind leert om zijn / haar emoties onder controle te houden, alleen dan kunnen ze bewust een keuze maken. Worden ze meteen boos dan is de kans dat ze meteen gaan vechten erg goed, zijn ze snel teleurgesteld dan is de kans groot dat ze gaan vluchten. Het mooiste, vanuit een leeroogpunt, is als het je lukt om je kind in de flow te krijgen. Dat ze snel naar een effectieve emotie kun schakelen, creatief worden en nog beter hun best gaan doen om te zoeken naar de beste strategie.
Wanneer en met het spelen van welk spel werd jij voor het eerst verslagen door je kind.
Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen. Welk spel speel jij vaak met je kind, welke strategieën heb jij gedeeld waardoor ze konden leren van de ‘kampioen’ en wanneer werd jij verslag door je kind en was hij / zij de nieuwe ‘kampioen’? Laat het hieronder achter.